Titels verwerken
Bij een film komen verschillende soorten titels voor: De hoofdtitel en intro.
Aan het begin van een film komt vaak een introductie voor de film. In
enkele opnames wordt getoond waar de film over zal gaan. Tussendoor verschijnt dan de hoofdtitel.
Ook wordt dan vaak de naam van de producent, regisseur en eventueel de belangrijkste hoofdrolspeler vermeld.
Ondertitels
Ondertitels worden bijna alleen voor vertalingen gebruikt.
Naam- en functietitels
In reportages en documentaires staan de namen en functies van mensen
vaak in een van de hoeken van het beeld vermeld. Alleen wanneer er een vertaling nodig is kan men hiervan afwijken, om ondertiteling mogelijk
te maken.
Aftiteling
De film eindigt met een aftiteling. Vaak is dat een scroltitel met de
namen van de medewerkers en spelers van de film. Hierna volgen dan de namen van de financiers en opdrachtgevers. Vaak sluit men dan af met het
jaartal en de copyrights.
Voor het ontwerp van titels gelden een paar regels:
Het font
Kies een font dat bij de sfeer van de film past, het liefst een
schreefloze letter (voor ondertitels is de Verdana of Helvetica gebruikelijk). 
De korte haaltjes aan letters met schreef hebben de neiging dicht te
lopen. Voor de hoofdkop kun je wel een letter met schreef toepassen wanneer het
een korte titel betreft en je dus een iets groter corps kunt toepassen. Ook vele fantasieletters kun je hiervoor goed gebruiken.
Een schaduw langs de contouren van de letters weekt ze los van de achtergrond en maakt ze
leesbaarder.
Plaatsing binnen het kader
Zet letters niet te dicht langs de randen. Ze vallen dan bij vertoning
buiten het kader.
Kleurgebruik
Pas de kleur van de letters aan de achtergrond aan. Zorg voor voldoende
contrast. Donkere letters doen het bijvoorbeeld goed tegen een lichte lucht.
Een prima manier om de titels te gebruiken is naar een kleur te faden die goed aansluit op de laatste scène en de titels over dit egale
kleurvlak te laten lopen. In plaats van een egale achtergrond kun je ook een bewerkt of
gestructureerd oppervlak als ondergrond nemen, zoals een stenen muur, de
afgebladderde verf op een verweerd stuk hout. De keuzemogelijkheden zijn
onbeperkt. Wanneer je van plan bent kopieën op VHS te maken, bedenk dan dat de
ouderwetse videosystemen moeite hebben met felle kleuren; met name rood is een probleem.
Titels bij bewegende achtergrond
Als je de titel niet over een effen achtergrond plaatst, kies dan voor
een rustige opname. Als er al bewogen wordt, dan moet dat kalm en continu zijn.
Meerdere teksten na elkaar
Als je een aantal titels achter elkaar monteert, zet de letters dan per
tekstbladzijde duidelijk op verschillende plaatsen, zodat de kijker aan de verandering van de bladspiegel onmiddellijk ziet dat er iets nieuws
te lezen is.
De timing van teksten:
Een titel staat lang genoeg als je hem twee keer hardop kunt uitspreken.
Als je naamtitels gebruikt, doe je dat iedere keer wanneer er een nieuw persoon geïntroduceerd wordt. Zo'n titel laat je drie tot vier seconden
staan. Als het meer dan tien minuten duurt voordat een persoon terugkomt, geef
je hem opnieuw een titel - ditmaal kan die korter in beeld staan.
Voor ondertitels gaan professionals uit van een volle eenregelige ondertitel van
32 tekens in drie seconden. Een volle dubbele ondertitel van 64 tekens duurt vijf tot zes seconden.
Voor een ondertitel geldt een minimum van 1,5 seconde voor een korte titel van
zeven of acht tekens.
Als een titel over meerdere tekstbladzijden loopt, eindigt het eerste deel
met '...' en begint het volgende ook met '...' Houd tussen de titelpagina's vijf
frames vrij.
Zet een titel nooit vlak voor of vlak na een las.
|